kickpet.reismee.nl

Meknes - Nador - Sete - thuis

Vanochtend vroeg begonnen aan onze laatste rit alvorens we zaterdag op de boot gaan. Gisteravond op de valreep nog Marokkaans gebak gegeten. Het valt op dat in Meknes meer vrouwen niet gesluierd zijn en heel westers zijn, met name in de nouvelle city. Maar ook in het centrum zie je veel minder gesluierde vrouwen dan op het platteland of in Fez, ook rijden vrouwen hier zelf in een auto.

De laatste rit gaat over N en R wegen. We moeten eerst nog even langs Fez. Het valt nu op dat het tov Meknes toch wel een smerige stad is. Na Fez zouden we via het Rifgebergte naar Nador rijden maar de weg volgens onze route was barree en daardoor zijn we pas later het Rifgebergte ingereden. Hier zijn ze bezig met de aanleg van een nieuwe weg en dat betekent in Marokko soms over een vernieuwd deel rijden, dan weer onverhard, dan weer over de oude weg. We bereiken 1200 meter hoogte in de Rif en het is weer een ander landschap dan de Atlas. Daarna weer een N weg naar Nador, hier hebben we de laatste hotelovernachting in Marokko.

Zaterdagochtend vroeg opgestaan, om zeven uur ontbijt en dan naar de haven. Eerst in de rij om ons ticket te laten bevestigen en daarna staan Jack en Monique heel lang in de rij voor de police control. Uiteindelijk moeten Marc en ik zelf ons paspoort ophalen, dan nog een paar controles en we mogen de boot op. Nog lekker in het zonnetje kunnen zitten op het dek. Zondag was het wat minder weer, dus dan maar binnen hangen. Helaas wordt ons maandag duidelijk dat de boot niet om 10 uur aankomt maar pas om een uur. Dat betekent dat we nog meer rijtijd verliezen.

Uiteindelijk zijn we om kwart voor twee van de boot en gaat de controle vrij snel en kunnen we richting huis. Weer even wennen nu we in Europa zijn na het Marokko avontuur. Het zijn duidelijk heel verschillende culturen. We rijden nog tot Montelimar en dan stoppen we voor vandaag.

Gisteren hebben we ons hotel bijna droog bereikt, maar daarna wordt het bar en boos. Onderweg hadden we al behoorlijk wat wind maar na aankomst bij het hotel wordt het heviger met windstoten en inclusief regen. Helaas is dat de volgende ochtend nog niet veranderd, onweer is er nog aan toegevoegd. We besluiten om vandaag niet te rijden omdat er in het hele gebied tot en met Lyon code oranje wordt afgegeven voor regen en/of overstromingen. Voor ons betekent dit dat we morgen (woensdag) in een dag naar huis rijden. Jack kan dan donderdagochtend naar zijn afspraak bij de huisarts, het is helaas nog steeds niet goed.

Ouarzazate - Dades - Agoudal - Meknes

Vanochtend via de Vallee des Dades gereden, dit is een vrij saaie weg door de vallei met af en toe een mooi vergezicht. Ter hoogte van de Vallee des Roses zien we dorpen die allerlei pensions hebben met de naam roos en dito winkeltjes. Een afslag naar de vallei hebben we niet kunnen ontdekken. Bij Boumalne des Dades rijden we richting de gorges de Dades. Halverwege, het punt waar de kloof begint, hebben we ons onderkomen voor vannacht. Hier lunchen we eerst, zetten alle bagage op de kamer en dan gaan we de gorges rijden. Het is werkelijk adembenemend mooi. Je waant je in Canyonland in Amerika, alleen rijden we hier in Afrika op onze eigen motor. Je kunt de kloof ongeveer 30 km verhard rijden daarna wordt hij onverhard en maken we rechtsomkeer. Nog een keer genieten maar dan van de andere kant. Wonderlijk gevormde rotsen en gesteenten in diverse kleuren met vooral veel roest/rose/bruin. Ook vandaag zien we weer veel vrouwen met grote lasten op hun rug. Als vrouw heb je in dit land een behoorlijk zwaar fysiek bestaan, iedere keer ben ik weer blij dat ik niet als vrouw in Marokko ben geboren maar in Nederland. Ze doen werkelijk alles, ze werken op het land, zorgen voor alles in en rond het huis, passen op de dieren, kinderen en de meeste mannen zitten in het cafe hun sociale contacten te onderhouden.

Dinsdagochtend wat later ontbeten. Jack was al vroeg op en heeft het ergste vuil van de motor gehaald. Ontbijten en dan naar de gorges du Todgha/Todra. De kloof zelf is erg toeristisch. Nadat men ons verzekerd heeft dat de doorgaande weg, de R703 en de R317 geasfalteerd is gaan we verder. We stijgen steeds verder omhoog, we zitten inmiddels weer in de Haute Atlas. Er komen donkere wolken en het gaat zowaar iets regenen. Tussen de wolken schijnt een mooi licht op de bergen en we passeren het hoogste punt, de Tizi Tirherhouzine,, 2709 meter en 8 graden Celsius. De pas staat vermeld op de site dangerousroads.org als een van s werelds meest spectaculaire wegen/passen. Na ongeveer tien km van de top bereiken we het hoogste dorp van Marokko op 2400m, Agoudal. Hier vinden we een auberge Afoud waar we kunnen overnachten en eten. De kamers zijn niet verwarmd, maar er liggen voldoende dekens. In de eet/zitruimte staan twee houtkachels die ons verwarmen. Even naar het dorp gewandeld, waar wij voor de bewoners en de bewoners voor ons een bezienswaardigheid zijn. Tijdens de wandeling loopt een schare kinderen achter ons aan. Brahim heeft inmiddels voor een lekker diner gezorgd zodat we alleen maar hoeven aanschuiven.

De volgende dag vertrekken we richting Meknes, eerst via vele bergdorpen naar Imilchil, de wegen zijn smal en achter Imilchil krijgen we weer een pas over de Haute atlas. Ze hebben ons al gewaarschuwd dat deze erg smal is en het wegdek niet erg goed op de top en de eerste kilometers naar beneden. Het is een geweldig ritje weer door de Atlas, wederom mooi vanwege de vele kleuren en de vergezichten en er hier niet veel mensen rijden behalve wat locals. Het duurt een hele tijd alvorens we de hoge atlas achter ons gelaten hebben en overgaan naar de moyen atlas. Onderweg bij een lief vrouwtje koffie gedronken in haar cafe. Bij Khenifra wordt de weg wat breder en kunnen we weer wat meer tempo maken, maar het blijft opletten omdat het wegdek opeens kan veranderen in stukjes onverhard. De afgelopen twee dagen hebben we super genoten van de Atlas, bijna alleen op de weg, sommige stukken echt alleen, een aanrader! Laat in de middag arriveren we in Meknes. Helaas kunnen we onze uitgezochte riad niet vinden, ook niet met behulp van lokale Marokkanen en kiezen we ervoor naar een hotel in de nouvelle city van Meknes te gaan.

Onze bijna laatste dag in Marokko bezoeken we Meknes. Eerst naar de het mausoleum van Moulay Ismail met zijn mooie mozaïeken, patio'sen bogen, daarna naar de Bab Mansour, de grootste stadspoort van Meknes. Vanaf een dakterras kunnen we alles op het place Hedim gadeslaan. Dan nog even naar de soek in de medina kijken of we de vier seizoenenpeper en nootmuskaat voor Arnold kunnen vinden, helaas zelfs met een 'gids' die zich aangeboden heeft kunnen we het niet vinden in alle manden, bakken en zakken. Dan nog naar de Koning-stad. helaas is het paleis gesloten, maar je krijgt wel een indruk van de grootte van dit paleis, en de lengte van de stadsmuren, deze zijn 25 km lang.

We zijn blij dat we deze stad toch nog bezocht hebben, al is het maar om het verschil tussen Fez en Meknes te hebben gezien. De laatste is een stuk schoner en georganiseerder, en er komen niet zoveel toeristen.

Morgen gaan we nog een stuk N weg rijden en dan via het Rifgebergte naar Nador. We hebben vandaag een bericht gekregen dat de boot nog een tussenstop maakt, in Barcelona, en dat betekent dat we twee nachten op de boot zijn en pas maandagochtend om tien uur in Sete aankomen in plaats van zondagmiddag om vier uur.

Ouarzazate - Tata - nabij Marrakech - Ouarzazate

Na gisteravond lekker gegeten te hebben, zijn we aan de slag gegaan met de route die we toch iets gaan aanpassen. Eten betekent voor Jack een kinderportie, want meer lukt nog niet.

Vandaag (donderdag 23-10) gaat de route van Ouarzazate naar Foum Zguid en daarna via de desert highway naar Tata. Het eerste deel gaat nog door de bergen over de Tizi-n-Bachkoum (1700m). We passeren weer palmoases en de daarbij behorende dorpen. Het is een zeer fraaie route. Ook zien we oleanders in het wild en natuurlijk de acacia. Nadat we enkele km achter Tazenakht zijn kan Jack opeens niet meer in een hogere versnelling schakelen. Dat is wel even schrikken. Gelukkig is het euvel opgelost na enkele keren opnieuw proberen te schakelen; waarschijnlijk heeft er ergens iets klem/tussen gezeten waardoor het systeem blokkeerde. We vervolgen onze rit weer. In een van de dorpen lunchen we bij Rachid en daarna wordt het echt rijden in de desert met max 37 graden. Het blijft fascinerend dat we hier met onze eigen motoren rijden. Weer zandduinen, woestenij en kloven onderweg, het is toch wel zeer bijzonder.

Vrijdagochtend na de overnachting in Relais de Sables in Tata vertrokken naar Taliouine, het saffraanstadje. Dit is de enige plek in Marokko waar dit kostbaar goud geteeld wordt. Een bijzonder mooie route met voldoende bochten via de R109 naar Igherm door de Anti-Atlas. Alle kleurschakeringen in de bergen trekken aan ons voorbij en dito vormen en geologische verschijnselen. Als toetje steekt een kudde dromedarissen de weg over, ze zijn niet te tellen met zovelen zijn ze. De herders zijn vriendelijk en geven ons een hand waarna ze vragen om een sigaret. Na een stop wordt het landschap anders van kleur en zie je weer verspreid staande bomen, geen bos. Onderweg zien we ook oude bergdorpen die tegen de kam van de berg zijn aangebouwd. Daarna een beetje saai stuk, en dan komt de weg naar Taliouine, deze weg gaat weer omhoog, het stadje ligt op ca 1000m hoogte. Hier overnachten we in camping/auberge Toubkal.

Na 's ochtends nog de laatste saffraankrokussen gezien te hebben, de oogst heeft inmiddels plaatsgevonden, vertrekken we naar de Hoge Atlas. We hebben een paar bloemen met meeldraden en ieder een knolletje (voor ons kruidentuintje) gekregen. Eerst nog een stuk door de groene vallei met veel landbouw en dan beginnen we aan de beklimming van de Tizi-n-TesT. In de Haute Atlas. Het bord met 120 km bochten hebben wij gemist maar Marc en Monique hebben het wel gezien. Het eerste deel van de pas is pas nieuw geasfalteerd, met nog split, en daarna bereiken we het deel dat ze nu gaan verbreden. Hier moeten we ca 40 min wachten omdat ze bezig zijn met het losmaken van stukken rots en dat moet weer van de weg geveegd worden. Dit gebeurt hier nog met kraan en sjofel. Daarna is het alleen nog oude weg rijden en dus smal en zonder afrastering. Het gaat snel omhoog en we hebben fraaie vergezichten. Op 2100m is een uitzichtpunt. Volgens de beheerder kun je bij helder weer tot in de Anti Atlas kijken. Daarna begint de lange afdaling met oude bergdorpen en zowaar water in de rivier. Onderweg gelunched in Asni, was niet zo'n succes. Je kon er wel nog een beetje sneeuw zien op de toppen van het Atlasgebergte en daarna verder naar Riad dar Jemour. Deze ligt achter Marrakech. Het viel op dat de toegang naar Marrakech schoner en minder chaotisch was dan Fez , waarschijnlijk komt dit omdat Marrakech veel toeristischer is. We kunnen de riad onmogelijk vinden. Na een belletje komt de eigenaar ons halen. Een sfeervolle riad in the middle of nowhere, die we na klein stukje onverhard rijden bereiken. Een fraaie tuin met zwembad, mooie kamers en een berbertent waar we eten. Zoals op meerdere plaatsen in Marokko is het water ook hier een probleem, weinig druk, geen warm water. Dit heeft te maken met de droogte en het water moet uit de grond komen. Na het eten zou er weer voldoende zijn.!

Vanochtend lekker ontbeten alvorens we aan de volgende rit door de Haute Atlas beginnen. We krijgen nog een flesje parfum mee van de eigenaar en dan gaan we op weg. Volgens de Trotter is het de hoogst berijdbare pas van Marokko maar niet de spectaculairste (die hebben we gisteren gehad). Het is een mooie rit met goed asfalt over de col du Tichka (2260m) die wel erg druk is, wat niet verwonderlijk is want het is de beste doorgangsweg van Marrakech naar het zuiden. We hebben voor vandaag weer Riad Barbara' gereserveerd. Planning was om vanmiddag naar de kashba Ait Benhaddou te gaan maar we maken er een luie zondagmiddag van.

Midelt-Arfoud-Zagora-Ouarzazate

Vanochtend (zondag) het laatste ontbijt in de riad en dan gaan we op weg naar Arfoud. Het waait behoorlijk en omdat we deze reis niet voorop rijden zien we Marc en Monique tegen de wind hangen. We gaan een pas over van ca 1900 meter. Het landschap is veranderd in rotsformaties en hoge bergen en er zijn prachtige uitzichtpunten. De gorges en de vallee van Ziz zijn heel apart. Mooie rotsformaties en groene oases met palmbomen. Langs de hele oase zie je dorpen, sommigen met pisewoningen, dit zijn huizen van aangestampte aarde en stro. Deze zijn een groot contrast met het overgrote deel van de woningbouw in ElRachid, hier zie je veel nieuwbouw. En dan zien we de eerste zandduinen van de woestijn. Langs de kant van de weg zijn een soort hekken van takken gemaakt zodat de weg niet dichtwaait. In Arfoud hebben we vanochtend Riad Salam Erfoud geboekt. Het is een vrij groot hotel met mooie patio's en een zwembad. Het is hier s'avonds nog behoorlijk warm. Morgenochtend ontbijten we vroeg, zodat we nog een paar uur een beetje koel kunnen rijden.

Het is inderdaad een lekkere temperatuur als we vertrekken. We rijden vandaag de hele dag door de Sahara naar Zagora. Het is zo cool om met de eigen motor, over asfaltweg, door de Sahara te rijden met drie motoren. De mensen zijn hier donkerder van huidskleur dan in het noorden. Hier heb je ook meer het gevoel dat je echt in Afrika bent. Onderweg hebben we veel stop/fotomomenten. Het is een geweldige rit voor wat betreft we allemaal zien krijgen. Qua bochten heeft de motor nog niet zoveel voor zijn kiezen gehad, maar dat gaat vast nog komen. Alleen de laatste 60km heeft wat bochten, dit is vallee de Draa. Het was best een lange, warme motordag vandaag. In het hotel, Karim Sahara, willen ze wel met ons meedenken voor de invulling van een woestijndag en een zonsondergang in de duinen met een 4x4, zonder dat we in een camp blijven slapen. Dat betekent dat we om half acht de volgende dag moeten ontbijten en daarna gaan we op pad. Eerst nog een stuk asfaltweg en dan rijden we off road dwars door de oase en een dorpje. Normaliter zie je van de weg in de oase alleen de palmbomen, nu zie je ook de open stukken tussen de palmbomen, waar bijv henna, wortelen en watermeloen wordt verbouwd. We bezoeken ook een ondergrondse kashba in Tangouite. Het is een gesloten bouwwerk waarin diverse kleine 'patio's' zijn. Deze dienen als communicatiesysteem, zodat men kan zien wie er is alvorens de deur open te doen (maroc communicatiessyteem). Het is overal erg donker. De gids vertelt ons dat de bewoners katteogen hebben omdat ze vrijwel in het donker leven. Sommigen hebben wel electriciteit. Daarna hebben we nog een potterie bezocht en kunnen zien hoe ze dit nog op een traditionele manier doen, en dat is hard werken, vooral de voorbewerking van de klei. Ook wordt er veel gewerkt in coöperaties zodat iedereen van de verkoop kan profiteren. Als afsluiter hebben we de 'Holy Library' gezien, een bibliotheek vol met boeken over de Koran, gedichten, astrologie, etc. De gids, een oude man in rolstoel, had in Monique de mantelverzorger gevonden, toen zijn begeleider iets ging uitleggen aan anderen. Daarna nog een panoramic vue en dan weer de woestijn in. Het is een gehobbel van jewelste maar het is supergaaf om dwars door de woestijn en zandduinen te rijden. We vinden het iedere keer weer knap dat de chauffeur weet welk spoor hij moet volgen. Bij een drinkplaats staan een aantal dromedarissen die we van kortbij kunnen fotograferen. Aangekomen bij de woonplaats van een nomadenfamilie, die er overigens zelf niet was, ze waren weg met het vee; constateren we dat dit toch wel een hard bestaan is en zeer primitief. Daarna gaan we weer verder de woestenij in. Rond drie uur krijgen we een lunch, onze gids, Ahmid, is tevens de kok. We eten onze lunch en daarna rusten we wat. Rond half zes vertrekken we naar het hoogste duin en dat lopen we omhoog om de zonsondergang te gaan beleven. Het duinen landschap ziet er heel vredig uit en het is indrukwekkend om te zien. Daarna rest ons nog de terugrit, anderhalf uur door de woestijn in het donker. Voordat we weer bij de verharde weg komen, stappen we nog een keer uit om de sterrenhemel te bekijken, de sterren zijn hier zo helder te zien. Daarna nog tig km via de 'verharde' weg. We zijn helemaal op als we aankomen bij het hotel. Jack en ik zijn nog even op het dakterras gaan zitten, na eerst gedoucht te hebben. Na een gewonnen schaakpartij door Jack, met onze gids, zijn we toch ook maar naar bed gegaan.

Woensdag hebben we rustig ontbeten na de zware dag van gisteren en hebben besloten niet verder te rijden dan Ouarzazate. Eerst de vallee de Draa weer terugrijden en dan gaan we de Tizi-n-Tinfiftt (1680m) beklimmen, eindelijk bochten over een groot aantal kilometers. Mooie rit van 160 km tot aan Riad dar Barbara (Barbara is de naam van de moeder van de eigenaresse, afkomstig uit Londen, die getrouwd is met een Marokkaan), in Tadja, een dorpje buiten Ouarzazate. De riad is nieuw gebouwd met de traditionele bouwmethode pise (aarde, stro en hout). Voor de rest van de dag lekker niks en genieten van ons mooie onderkomen. Gelukkig gaat het met Jack iedere dag wat beter, maar hij is helaas nog niet helemaal hersteld.

Tanger-Chefchaouen-Fez-Midelt

Op de boot realiseerde ik me dat we aan ons 40e motorjaar bezig zijn en dat we dit jaar voor het eerst met onze motor op een ander continent dan Europa zijn.

Vandaag, 14-10, regent het als we wakker worden. We hebben besloten om vandaag niet te gaan rijden omdat er veel regen gemeld wordt in Chefchaouen en richting Fez. Eerst gaan we in een Marokkaanse gelegenheid ontbijten, in het IBIS hotel in Tanger waar we verblijven is het ontbijt niet inclusief en ook niet authentiek. Na ons ontbijt vertrekken we via de nieuw aangelegde boulevard langs de oude haven naar Tanger om daar de medina en de oude stad te bezoeken. We lopen er een route via de kasbah, de moskee en de oude medina, een wirwar van straatjes met veel winkeltjes. Ook hier kennen ze de Hollandse zuinigheid: wel kijke, niet kope! Er is zelfs een museum voor moderne kunst met werken van o.a Picasso, Matisse en Henri Moore. Allerlei gidsen proberen je aan te klampen, maar we (m.n. Marc) weet ze handig van zich af te schudden. Er staan een aantal routes aangegeven met een kleurtje via bewegwijzering, een gids is dus niet echt nodig. En gewoon wat rondslenteren is ook leuk. Ook als we willen lunchen wil iedereen je op zijn terras hebben. We hebben buiten, het is inmiddels warm geworden met een zonnetje, gegeten aan een druk plein. Alhoewel er volgens ons een misverstand was over de portie vis die er geserveerd werd bevestigden ze ons dat het voor een persoon was. Toen de rekening kwam werd er toch vier maal een portie berekend. Het was allemaal (salade, vegetarische tajine en vis) erg lekker, we hebben het opgegeten en dus ook maar betaald. Volgende keer toch maar een kaart vragen! Nog een bazaar bezocht waar je voornamelijk huishoudelijke artikelen kon kopen, ze hebben er tajines in alle soorten en maten en toen weer terug via de boulevard naar ons hotel. Toch leuk dat we dankzij de regen, Tanger, de aankomststad in Marokkko, bezocht hebben.

En dan de volgende dag op weg naar Fez via Chefchaouen, het blauwe stadje. Bij het verlaten van Tanger zien we veel vervallen buitenwijken. Eenmaal weg uit de stad wordt het landschap meer zichtbaar. Tot Tetouan is de weg erg druk, daarna wordt het rustiger. In Chefchaouen aangekomen, zijn we eerst op een dakterras met uitzicht op de kasbah gaan lunchen om vervolgens de blauwe medina te ontdekken. Alle schakeringen blauw zijn er te zien zonder dat het vloekt, je kunt er blijven fotograferen. Nog een blik op de cascade met wasplaats geworpen en dan weer terug naar onze motors om de rit naar Fez voort te zetten. Allerlei kleuren van de aarde trekken aan ons voorbij, van lichtgrijs, via roestbruin naar bijna zwart, veel olijfbomen en de geur van olijfolie. Bij aankomst in Fez is het nog even zoeken naar het hotel/pension Bab Al Madina, dat we uitgezocht hebben. Nadat Monique een politie agent tot stilstand heeft gebracht en deze ons naar het hotel geloodst heeft, kunnen we lekker gaan douchen. Helaas was het water niet goed warm, blijkbaar hadden we dit langer moeten laten doorlopen. Dus dan maar koud gewassen. Nog een lekkere couscous gegeten. Morgen gaan we Fez verkennen.

Vanochtend met een gids, Abdul, de medina verkend. Het is een wirwar van meer dan tienduizend straatjes waar we al snel alle gevoel voor richting kwijt zijn. We komen in straatjes waar alleen lokale bevolking zit en hun 'winkeltje' hebben. Het is een gekrioel van mensen. Er zijn groenten, kippen, vismarkten, specerijen etc, en even zoveel geuren en kleuren. De kippen worden op hun plek gehouden door de poten aan elkaar vast te binden, hoezo dierenbescherming! Er is ook een plek waar alle inwoners van de medina hun brood brengen om te bakken (ons bakkes), het is er behoorlijk heet en de bakker staat de hele dag met zijn neus bovenop het vuur. De medina van Tanger is in vergelijking met Fez best gecultiveerd. We hebben een oude koranschool die niet meer in gebruik is bezocht. Hierin leefden de studenten, ze hadden er hun kamertjes en studeerden er de Koran. Er is mooi mozaïekwerk te zien in een mooie patio. De medina is authentiek, maar op plaatsen ook smerig, iets wat wij niet meer gewend zijn in ons gecultiveerde en met regels omgeven land, waarvoor ik ook wel dankbaar ben. Het blijft wel een ervaring om dit met eigen ogen te zien De leerlooierij aan de rand van de stad, deze hadden we gisteren al geroken toen we de verkeerde weg ingeslagen hadden voor het hotel, gaan we ook bezoeken. Nu staan we er vlakbij en de geur is bijna ondraaglijk. We hebben een takje munt (Chanel 6) gekregen om de geur iets te verzachten. Er staan mannen in grote ketels te roeren en de laatste stukjes koe, schaap, geit of kameel van de huiden af te halen. Ze hebben hoge kaplaarzen aan om in de tobbes te kunnen gaan staan. Wat zijn we blij dat we in Nederland wonen en dit niet ons dagelijks werk is. Het is zwaar, vies en volgens ons ook niet echt gezond vanwege de ammoniak. De gids vertelt dat alles op natuurlijke basis is maar dan nog.

In de medina hebben we gelunched in een mooi ingericht Marokkaans restaurant. Hierna zouden we nog een rondrit maken met een taxi van ca 2 uur naar de paleizen en de joodse wijk. Jack was opeens niet lekker en zijn we na de panoramic vue over de medina terug naar het hotel gegaan. Daar is hij gaan slapen en hopelijk kunnen we morgen weer verder gaan.

Vandaag, vrijdag, toch vertrokken. Jack wil het liefst naar een plek waar het rustiger is; afgelopen nacht hebben we nogal wat overlast van de bovenburen gehad. We willen vandaag rijden tot Midelt waar we een mooie riad, Riad Villa Midelt, hebben gevonden, Het is ca 240 km rijden, eerst tanken en dan op weg. Het duurt nog even voor we de stad Fez achter ons gelaten hebben (stad van een miljoen inwoners). Gedurende de hele route wisselen de landschappen zich af, hoogvlakten, allerlei kleuren, groene bergen met name in Ifrane, hier wordt zelfs geskied in de winter. Ifrane is een opmerkelijk schone stad en dat is waarschijnlijk te danken aan het feit dat de koning hier zijn paleis of een van zijn paleizen heeft. De bouw van de woningen is ook totaal anders, meer Europees. Op de hoogvlakten lijkt het soms Amerika (route 66) en een beetje saai. Het hoogste punt waarop we gereden hebben is ongeveer 1900 meter. Op veel plaatsen lopen mensen langs de weg, je vraagt je soms af wat ze gaan doen omdat er in de verste verte geen dorp of stad te bekennen is. Schapen herders zie je ook op veel plekken alleen dan vraag je je weer af wat die beesten eten, wij kunnen nl niet veel eetbaars herkennen op de hoogvlakte. Rond half drie komen we aan bij de riad, hij ziet er goed uit. We krijgen meteen een welkomstdrankje met zoete koekjes (niet voor Jack). Grote ruime kamers, een mooie tuin met zwembad. Jack is meteen naar bed gegaan hopelijk kan hij wat slapen zodat hij snel weer beter is,, Monique voelde zich ook niet zo lekker maar is s'avonds alweer behoorlijk opgeknapt. We hebben besloten om een nacht langer in de riad te blijven.

Vandaag lekker geluierd, laat ontbeten, gelezen, in de tuin gezeten van de riad, kortom een lekkere dag.

Vanavond besloten dat we morgen verder kunnen gaan. Het is niet zo'n lange rit, maar het beloofd een mooie route te worden naar Erfoud.

Thuis naar Tanger. We zijn in Marokko

Afgelopen donderdag zonder regen vertrokken vanuit ons stekje. Helaas heeft dat maar tot ca 11.30 geduurd. Daarna heeft het afwisselend een beetje of een beetje meer geregend. Een mooie route door België en Frankrijk met stille wegen, halfverlaten dorpen en mooie plekjes, om uiteindelijk in Langres te arriveren bij Le Belvedere des Remparts. Een leuke table d'hotes aan de rand van de stad, die gerund wordt door een Amerikaans/Cubaans stel. We hebben er heerlijk gegeten en leuke mensen uit Cornwall ontmoet die op zoek waren naar een huis in de omgeving. Toen ik even naar de kamer was heeft Jack wel heel veel drank misbruikt. Door wat zwaar aan een kant op de tafel te leunen zijn alle glazen met wijn, water, champagne (van het huis) omver gegaan. Met hulp van de Engelsen was alles weer netjes opgeruimd toen ik weer beneden kwam. Het Engelse echtpaar was ook in Marokko geweest en zeiden dat we het plaatsje Essaouri niet mochten overslaan. Dat hebben al meerdere mensen gezegd, misschien moeten we het toch maar gaan opnemen in de route. Vrijdagochtend is het mistig, maar droog. Al duurt dat laatste maar een uur, dan begint het weer heel licht te regenen. De route loopt weer via stille wegen en dorpen, waar veel huizen te koop staan. Voor de lunch een lekkere kop thee met sandwich genuttigd in een Frans dorpscafé. De navigatie stuurt ons daarna een stukje over snelweg, wat verder prima is gezien het weer. Rond 2 uur komt er dan toch een licht zonnetje en inmiddels rijden we weer op kleine d-wegen. We passeren het stadje Cremieu dat beschermd is vanwege het mooie bouwkundige erfgoed. Landschapschilders hebben hier blijkbaar ook veel inspiratie opgedaan. Zeker een plaatsje dat we eens beter willen bezoeken als we meer tijd hebben onderweg. Vanmiddag hebben we zelfs buiten op een terras iets kunnen drinken. Ondanks het mooie weer besluiten we toch nog een stukje snelweg te nemen zodat we niet te laat in St Jean Mauriennes arriveren. Helaas moeten we deze drie dagen nogal wat km afleggen om op tijd in Genua te komen en hebben we geen tijd om onderweg iets te bezoeken. De boot vertrekt zaterdagmiddag om 18.00 uur in Genua, maar we moeten 4 uur van tevoren aanwezig zijn. Nu gaan we eerst wat eten en morgen de laatste km voor de overtocht naar Marokko waar we Monique en Marc zullen treffen en onze rondreis gaat beginnen. Zaterdagochtend vroeg vertrokken omdat we niet precies kunnen nagaan of en zo ja waar er misschien omleidingen zijn ivm de zware regenval. In Genua schijnt het er niet best uit te zien. Om geen risico te lopen hebben we snelweg gereden en dat ging vlotjes, en in Genua zijn we denk ik aan de goede kant binnengekomen waardoor we niets van de chaos hebben gezien. Twee jonge Zwitsers die 2 weken gaan rondrijden in Marokko hebben wel in straten met modder gereden en de ravage die de modder en het water heeft aangericht gezien. In de haven is er eerst passen controle en toen nog police control voordat we de boot mogen betreden rond half vier, het vertrek is twintig minuten eerder dan vermeld op het ticket. Bij de police control heeft Jack een uur in de rij gestaan en toen er eindelijk iemand kwam werden de documenten zowat blind gestempeld. Het leuke van zo lang wachten in de haven is dat je altijd gesprekken kunt aanknopen met andere motorreizigers, zoals de jonge Zwitsers en een Amerikaan. Wat je verder ziet zijn busjes, auto's van Marokkanen die helemaal volgepakt zitten tot hele pakketten bovenop hun auto's. Dit is iets wat we in Nederland kennen uit lang vervlogen tijden, Marokkanen en Turken die met hun, lijkt wel, hele huisraad richting het thuisland reizen. We varen eerst naar Barcelona en daarna naar Tanger Med. Na heel wat gevraag, en iemand gevonden te hebben die engels spreekt, zijn we er uiteindelijk achter gekomen dat dit de nieuwe haven is en dat er geen boten meer aankomen in Tanger city. Nu 48 uur op de boot met een tussenstop in Barcelona van 5 uur. Ongelooflijk! Dit hebben we nog nooit meegemaakt. Normaliter is het een kwestie van mensen eraf en nieuwe erop. Duurt meestal niet langer dan een half uur tot een uur, deze keer liggen we gewoon 5 uur stil. Wat ook opvalt op deze bootreis is dat het self-service restaurant boordevol zit en matige tot slechte kwaliteit (koud eten) biedt. Ontbeten wordt er door bijna niemand en het normale restaurant is s'avonds nog niet voor en vierde deel vol en overwegend Europeanen. Helaas duurde de douaneformaliteiten langer dan verwacht en hebben we toch een stukje in het donker moeten rijden. Bij aankomst bij het hotel in Tanger werden we verwelkomd door Marc en Monique en ons eerste maaltje genuttigd in Marokko.

Myvatn naar huis

Na een uitgebreid ontbijt in cowshed cafe zijn we woensdag aan onze laatste IJslanddag begonnen. Het is nog steeds een frisse wind maar er scheen nu wel een zonnetje. Tijdens onze rit naar Egilsstaoir maken we nog een zijsprong naar de Dettifoss en de Selfoss waterval. De Dettifoss is de grootste waterval van Europa niet qua hoogte maar wel wat betreft de hoeveelheid water. De weg er naar toe is een desolaat, op een maanlandschap lijkende vlakte. Niet voor niets hebben ze hier ooit geoefend voor een ruimtevaartreis naar de maan. Je ziet de nevel van de waterval al van veraf. Aangekomen bij de parkeerplaats moeten we nog even lopen naar de waterval. Heel indrukwekkend hoe al dat water van de Jokulsa à Fjollum gletsjerrivier naar beneden stort en daarbij een canyon creëert. We hebben al verschillende watervallen gezien maar deze hadden we niet willen missen. We hebben het warm gekregen in onze motorkleren. Onderweg naar Egilsstaoir komen we de gletsjerrivier Jokulsa à Fjollum nog diverse keren tegen. Rond drie uur zijn we aangekomen bij ons laatste hotel op IJsland. We hebben weer buiten kunnen lunchen in het zonnetje bij café Nielsen. Dit cafe is gevestigd in het oudste huis van deze plaats en dateert van 1944. Daarna hebben we nog wat rondgekeken en gewinkeld in Egilsstaoir. Donderdagochtend moeten we nog dertig kilometer naar Seyoisfjorour rijden naar de ferry. Het is licht gaan regenen. De overtocht duurt 50 uur. De eerste avond toch maar een tabletje genomen, het voelde toch niet helemaal lekker. Het heeft in de eerste nacht nog behoorlijk geschommeld. Om 3.00 in de ochtend werden we wakker bij aankomst van de tussenstop in Torshavn, Faroer eilanden. Een stem via de intercom omdat iemand nog niet bij zijn auto was. Vrijdagmiddag is de zon gaan schijnen en ziet de zee rustig uit. Zaterdagmiddag bij aankomst in Hirtshals motregent het wat. Na de middag is de zon nog gaan schijnen. We hebben overnacht in Oeversee en ons laatste dineetje van deze reis genuttigd met een heerlijke wijn door Peter uitgezocht. We verwachten dat we het redden om zondagavond thuis te zijn. Zondag weer met wat regen vertrokken, een stukje autoweg gereden en toen het zonnetje scheen weer weg van de drukke Duitse snelweg. We zijn nu thuis. Onderweg en op de boot hebben we geen internetverbinding meer gehad. Vandaar dit laatste verhaal eerst nu. We hebben een supermooie reis gehad in een geweldig land met veel afwisseling in landschappen. Als je in de gelegenheid bent moet je hier beslist een keer naar toe gaan. Voor de motor is het geweldig. Als je een lichtere (off road) hebt kun je nog veel meer malbik rijden in dit prachtige land. Maar niet alleen per motor, je kunt er meerdaagse paardrijtochten maken, we hebben er heel veel fietsers gezien (knap hoor met die wind en stijgingen) en wandelaars. Je kunt er luxe verblijven en in hostels. Wij hebben zelf diverse soorten overnachtingsplekken gehad. Zonder de andere accomodaties te kort te doen. Wij vonden Heydalur het meest bijzonder. Het was wel een beetje rommmelig ivm een verbouwing maar het lag op een plek in the middle of nowhere en de mensen waren er heel aardig. Het hotel Framnes in een voormalig zeemanshuis was ook heel apart en de huisjes rond de hotpot, echt IJslands. Kortom: IJsland is een aanrader en daarbij niet te vergeten de Faröer eilanden met zijn serene landschappen. Hier moesten we kilometers rijden om iets te kunnen eten.

Stadarskali naar Myvatn

Zondagochtend vanuit Stadarskali niet te laat vertrokken omdat de weersvoorspellingen voor de namiddag niet zo goed zijn. Hoe slecht kan het zijn. Onderweg gaf de boordcomputer van onze motor temperaturen aan tot bijna 20 graden. We rijden nu door het dal van Nordurland Vestra, het schiet snel op via de ringweg nr 1 in IJsland. We zijn te vroeg bij de accommodatie, ons huisje is nog niet klaar. Waar Peter de sleutel opgehaald heeft adviseerden ze ons naar Saouarkrokur te rijden. Zij zal hem sms'en als we in ons huisje kunnen. In Sauoarkrokur zijn we eerst naar de zwarte lavastranden gaan kijken. Hier zijn heuse duinen van lavazand te zien begroeid met helmgras het strand is zeer breed en wij verbazen ons dat er geen badgasten zijn. Bij Kaffi Krokur hebben we buiten kunnen lunchen. Op de terugweg naar Varmahlio zijn we nog naar de turfboerderijen van Glaumbaer gaan kijken. Inmiddels kunnen we in ons huisje dat net als de anderen rond een hotpot ligt. Bagage afgeladen en toen in de hotpot. Heerlijk in warm water zitten. En het regent nog steeds niet en de voorspelde hevige wind is er ook nog niet geweest vandaag. Vanavond heel lekker gegeten in hotel Varmahlio. Ze krijgen het iedere keer weer voor elkaar om vis op een andere wijze te bereiden. Het eten in IJsland is zeer gevarieerd, veel vis maar ook vlees en gevogelte waaronder gebraden puffinbreast (puffin is papegaaiduiker). Bij terugkomst in ons chalet hebben Peter en Jack nog geschaakt. Peter wilde nog wel eens voelen hoe het is om te winnen. Jack wint nagenoeg altijd met Wordfeud. Maandagochtend regende het een klein beetje. Tijdens de rit naar Akurey rijden we weer door een mooi landschap. Kleine watervallen hebben op sommige plaatsen echte canyons gevormd. De toppen hangen allemaal in een dikke mist waaruit steeds meer regen valt. Het is maar een korte rit en vanwege het slechtere weer zijn we rond twaalf uur s middags gestopt bij ons hotel voor deze nacht. Daar hebben we bij de open haard zitten ipadden, lezen enz. Het hotel heeft een mooi uitzicht over de fjord naar de bergen aan de overkant, als de mist even weg is. Vanochtend vertrokken naar Myvatn. Het is droog maar erg koud vandaag. Gelukkig mijn lange skisokken aangetrokken en meteen de buddyseat en rugverwarming aan. Peter had ook zijn therrmokleren aangetrokken, Jack heeft het bij de seat en handverwarming gehouden. De laagst gemeten temperatuur vandaag is 4 graden en de hoogste 8 graden. Eerst nog de Godafoss waterval bezocht, het is een van de mooisten volgens de reisgidsen. Hij valt over een breedte van 30 meter naar beneden. Het is bijzonder om te zien met hoeveel kracht al dat water naar beneden komt. Vervolgens naar Myvatn gereden. We wilden eigenlijk onze bagage al naar onze kamer brengen, maar helaas konden we niet eerder dan drie uur inchecken. Even koffie gedronken, om weer een beetje op temperatuur te komen om vervolgens te rijden naar een krater die ontstaan is tussen 1975 en 1984. Hiervoor hebben we nog een stukje malbik moeten rijden en daarna een stevig klimmetje moeten maken. Maar het loont de moeite. Mooie uitzichten en imposant om z'n diepe, vrij jonge krater te zien. Daarna doorgereden naar het mooiste geothermische veld van IJsland, het sulfatorenveld Hverir. Overal pruttelende, dampende en geurende (zwavel)poeltjes in een kleurrijk landschap. Dit is een van dingen die echt bij IJsland horen. Dan door naar Krafla. Het is een centrale die gebruik maakt van de geothermische activiteit in de bodem. Ook is er het met blauw water gevuld kratermeer te zien (Viti). Je kunt helemaal rond het meer Myvatn rijden en dat hebben we dan ook gedaan. Iedere keer weer andere vergezichten. De ene keer groene hellingen, dan weer lavavelden die rotsen gevormd hebben, eilandjes in het water en nog veel meer. Onderweg hebben we nog een vogelmuseum bezocht. Het was een supermooie dag vandaag. Veel indrukken en een temperatuur die we eigenlijk onze hele vakantie verwacht hadden. We hebben dus super geboft wat dat betreft. Nu in ons hotelhuisje, lekker douchen met zwavelwater en daarna eten in het Vogafjos Cowshed café.